maker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Van de stam van maken met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord maker makers
verkleinwoord makertje makertjes

Zelfstandig naamwoord

maker m

  1. iemand die iets maakt of gemaakt heeft
    • De maker van deze site. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • makerschap
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord maker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.