radiomaker
Nederlands
Woordafbreking
- ra·dio·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van radio zn en maker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radiomaker | radiomakers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
radiomaker m
- (beroep) iemand die een radioprogramma maakt
- Kritiek is er echter ook. Zo zegt Jörgen Raymann: „Twan Huys is een publiek gezicht. Dat vind ik echt heel raar.” Radiomaker Patrick Kicken merkt daarover op: „Twan Huys naar RTL 4. Het voelt toch een beetje als je moeder die achter de ramen gaat werken.”[1]
- Hazes won de Edison voor haar single In Mijn Bloed. Volgens de jury, bestaande uit muziekjournalisten en radiomakers, ’vindt Roxeanne zichzelf opnieuw uit als kwetsbare popdiva, die put uit rock, pop, levenslied, R&B en dance’.[2]
Gangbaarheid
- Het woord radiomaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'radiomaker' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf 01 mrt. 2018
- de Telegraaf 13 feb. 2018
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.