mais

Mais.

Nederlands

mais m

babymais, energiemais, genmais, gentechmais, korrelmais, pofmais, siermais, snijmais, suikermais

1. een graansoort afkomstig uit Midden-Amerika

Afrikaans: mielies ^(af)
Arabisch: ذرة ^(ar) v
Armeens: եգիպտացորեն ^(hy) (yegiptac'oren)
Baskisch: arto ^(eu)
Bosnisch: kukuruz ^(bs) m
Bulgaars: царевица ^(bg)
Catalaans: blat de moro ^(ca) m, dacsa ^(ca) v, moresc ^(ca) m, panís ^(ca) m, panís de l'Índia ^(ca) m
Deens: majs ^(da)
Duits: Mais ^(de) m
Engels: maize ^(en), corn ^(en)
Esperanto: maizo ^(eo)
Estisch: mais ^(et)
Fins: maissi ^(fi)
Frans: maïs ^(fr) m
Galicisch: millo ^(gl) m
Georgisch: სიმინდი ^(ka)
Grieks: καλαμπόκι ^(el) o (kalambóki)
Hongaars: kukorica ^(hu)
Italiaans: granturco ^(it) m, granoturco ^(it) m, mais ^(it) m
Japans: トウモロコシ ^(ja), 玉蜀黍 ^(ja)
Kirundi: ikigori ^(rn)

Het woord mais staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mais' herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
86 %	van de Vlamingen.

mais

mais m

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.