babymais

Nederlands

1. nog in hun geheel eetbare kolfjes van jonge maisplanten
Uitspraak
  • Geluid:  babymais    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbebiˌmɑjs/
Woordafbreking
  • ba·by·mais
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babymais -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

babymais m

  1. (kookkunst) nog in hun geheel eetbare kolfjes van jonge maisplanten (Zea mays )
    • Was de groenten en snijd de courgette in blokjes, de ui in achten en de paprika in kleine reepjes en doe samen met de limoenblaadjes en de kolfjes babymais bij de currysaus in de pan. [1]
    • Zo reisde hij dit jaar onder meer naar Thailand om ook van daar een exportlijn naar Nederland op te zetten. Sindsdien worden er wekelijks babymais, Thaise bieslook, asperges en allleriei [sic!] onbekende produkten met onuitsprekelijke namen naar Europa vervoerd. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord babymais staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.