maiskip
Nederlands
![](../I/m/Cornfed_chciken_%26_coconut_Stew_From_Finediningindian.jpg)
2. geel getint vlees van kippen
Woordafbreking
- mais·kip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mais zn en kip zn , vanaf 1976 (in advertenties) aangetroffen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maiskip | maiskippen |
verkleinwoord | maiskippetje | maiskippetjes |
Zelfstandig naamwoord
maiskip v
- (landbouw) kip waaraan veel mais en vaak ook kleurstof is gevoerd
- Het is belangrijk een maiskip te nemen. De ondoordringbare zoutverpakking houdt alle geuren binnen, en een „gewone" kip die zich met vismeel in leven heeft moeten houden, ruikt daar na deze bereidingswijze zeer nadrukkelijk naar. [1]
- Vraag uw leverancier een flinke braadkip (liefst een zg. boerekip of een „maiskip") in acht stukken te verdelen. [2]
- (voeding) geel getint vlees van kippen waaraan veel mais en vaak ook kleurstof is gevoerd
- Maal in de keukenmachine de maiskip heel fijn, samen met de cognac en eventueel een beetje room. [3]
- De menukaart van chefkok Ad Bocxe is er eentje zonder fratsen — een gekkigheidje als scampi met maiskip, of kalfsbiefstuk gevuld met gerookte zalm daargelaten. [4]
Gangbaarheid
- Het woord maiskip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Bugel, P. "Kip met de hamer" in: De Volkskrant jrg. 67 nr. 19664 (14 april 1989); p. 17 kol. 5; geraadpleegd 2018-09-06
- Born, W. "recept: Kip uit de Périgord" in: Limburgsch Dagblad jrg. 59 nr. 18 (22 januari 1977); p. 2 kol. 6/7; geraadpleegd 2018-09-06
- Proef Mousse van maiskip en tomatenjammmm (27 december 2013) op website: LaatMijMaarKoken.nl; geraadpleegd 2018-09-06
- Borger, S. "Weer helemaal thuis bij Leenders" in: De Telegraaf jrg. 96 nr. 31295 (25 augustus 1988); p. 19 kol. 3; geraadpleegd 2018-09-06
- Zie taaladvies Onze Taal
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.