maisland
Nederlands
![](../I/m/20111031Kotlachgraben_Hockenheim20.jpg)
1. grond bestemd om mais op te verbouwen
Woordafbreking
- mais·land
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mais zn en land zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maisland | maislanden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
maisland o
- De muskusrat verraadt haar aanwezigheid door grassprieten in het water, een hoopje zand in de sloot voor de ingang van de burcht, wissels in het weiland of schade aan percelen maisland. [1]
Gangbaarheid
- Het woord maisland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Bosker, F. "De rattenvanger van Sint Nyk" in: Leeuwarder Courant jrg. 243 nr. 155 (5 juli 1994); p. 10 kol. 7; geraadpleegd 2017-02-09
- Zie taaladvies Onze Taal
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.