loopvlak
![](../I/m/Tire_tread.jpg)
Het geprofileerde loopvlak van een autoband
Nederlands
Woordafbreking
- loop·vlak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van loop ww en vlak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loopvlak | loopvlakken |
verkleinwoord | loopvlakje | loopvlakjes |
Zelfstandig naamwoord
loopvlak o
- (techniek) het gedeelte van een voet, wiel, slee etc. dat met de ondergrond in aanraking is
- Het loopvlak is scheef afgesleten.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. bovenzijde van een voetzool
Gangbaarheid
- Het woord loopvlak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'loopvlak' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.