tractie
Nederlands
Woordafbreking
- trac·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het voorttrekken’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
- van het Franse traction en daarvoor van het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tractie | tracties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
tractie v
- het trekken, voorttrekken, aandrijving
- (spoorwegen) wat tot de locomotiefdienst behoort
Verwante begrippen
Hyponiemen
- autotractie, dieseltractie, gyrotractie, kabeltractie, kettingtractie, motortractie, paardentractie, stoomtractie, subtractie, tongtractie, voortractie
Afgeleide begrippen
- tractiecontrole, tractiemachine, tractiemotor
Gangbaarheid
- Het woord tractie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tractie' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.