loggen
Nederlands
Woordafbreking
- log·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
loggen |
logde |
gelogd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
loggen
- (scheepvaart), (verouderd) de vaart/snelheid van een schip met een log bepalen en noteren in het logboek
- Bij het loggen met de handlog zet één matroos de log overboord en hij telt de merkjes (knopen) op de lijn die door zijn hand gaan, de ander hanteert een zandlopertje.
- het stelselmatig registreren van gegevens betreffende meetresultaten, waarnemingen, onderzoek, reis- en vluchtgegevens enz
- Voor het loggen van de technische gegevens gebruikt men de vluchtrecorder.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord loggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'loggen' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.