logboek
Nederlands
Woordafbreking
- log·boek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘scheepsjournaal’ voor het eerst aangetroffen in 1782 [1]
- samenstelling van log en boek [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | logboek | logboeken |
verkleinwoord | logboekje | logboekjes |
Zelfstandig naamwoord
logboek o
- (scheepvaart) een boek waarin tijdens de reis per schip alle gegevens over de navigatie worden genoteerd
- In het logboek schreef hij alle nautische gegevens op.
- een dagboek waarin chronologisch wordt vermeld welke feiten, waarnemingen en gebeurtenissen hebben plaatsgevonden
- Alle gegevens van die reis staan in het logboek vermeld.
Hyponiemen
- [1,2] aantekening, notitie, vermelding
Verwante begrippen
- [1] bestek, journaal, knoop, koers, positie, scheepsjournaal, snelheid, stophorloge, tijdmeter, vaart, verheid, vluchtrecorder
- [2] aantekenboek, dagboek, expeditieverslag, notitieboek, rapport, reisverslag
Vertalingen
1. boek met gegevens over de navigatie
2. een chronologisch dagboek
Gangbaarheid
- Het woord logboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'logboek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.