registreren
Nederlands
Woordafbreking
- re·gis·tre·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
registreren |
registreerde |
geregistreerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
registreren [2]
- overgankelijk vastleggen in een register
- Zij zijn als samenwonend geregistreerd.
- (meten en) vastleggen met behulp van een instrument
- Een seismograaf registreert aardbevingen.
- in de geest vastleggen
- hij registreerde wat zich in zijn directe omgeving voordeed
- de registers toepassen van (een orgel)
Afgeleide begrippen
- registratie, registrator, registreerapparaat, registreerbaar, registreerballon, registrering
Vertalingen
1. vastleggen in een register
Gangbaarheid
- Het woord registreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'registreren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.