registreren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gis·tre·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
registreren
registreerde
geregistreerd
zwak -d volledig

Werkwoord

registreren [2]

  1. overgankelijk vastleggen in een register
    • Zij zijn als samenwonend geregistreerd. 
  1. (meten en) vastleggen met behulp van een instrument
    • Een seismograaf registreert aardbevingen. 
  1. in de geest vastleggen
    • hij registreerde wat zich in zijn directe omgeving voordeed 
  1. de registers toepassen van (een orgel)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord registreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.