snelheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snel·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van snel met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord snelheid snelheden
verkleinwoord snelheidje snelheidjes

Zelfstandig naamwoord

snelheid v

  1. (natuurkunde) verhouding tussen de afgelegde weg en de daarvoor gebruikte tijd bij verplaatsing van een voorwerp
    • De snelheid van het voertuig was zo hoog dat de auto pas na 100 meter lang remmen tot stilstand kwam. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • snelheidsrace
  • snelheidsradar
  • snelheidsrecord
  • snelheidsregelaar
  • snelheidsregeling
  • snelheidsregime
  • snelheidsremmer
  • snelheidsruimte
  • snelheidsschommeling
  • snelheidsstap
  • snelheidstafel
  • snelheidstechnologie
  • snelheidstest
  • snelheidstoename
  • snelheidstraining
  • snelheidstrap
  • snelheidstrein
  • snelheidsvariatie
  • snelheidsvector
  • snelheidsveld
  • snelheidsverandering
  • snelheidsverdeling
  • snelheidsverhoging
  • snelheidsverlaging
  • snelheidsverlies
  • snelheidsvermindering
  • snelheidsverschil
  • snelheidsverzadiging
  • snelheidsvlucht
  • snelheidsvoorschrift
  • snelheidswedstrijd
  • snelheidswinst
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord snelheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.