journaal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jour·naal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dagboek, nieuwsrubriek’ voor het eerst aangetroffen in 1591 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord journaal journaals
journalen
verkleinwoord journaaltje journaaltjes

Zelfstandig naamwoord

journaal o

  1. een televisieprogramma dat dagelijks het nieuws brengt
  2. een boek waarin dagelijks de gebeurtenissen worden bijgehouden
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord journaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.