leerkracht
Nederlands
Woordafbreking
- leer·kracht
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onderwijzer’ voor het eerst aangetroffen in 1905 [1]
- samenstelling van leer ww en kracht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leerkracht | leerkrachten |
verkleinwoord | leerkrachtje | leerkrachtjes |
Zelfstandig naamwoord
leerkracht v/m
- De leerkracht wist in de moeilijke klas goed orde te houden.
Hyponiemen
- taakleerkracht
Vertalingen
1. iemand die lesgeeft
Gangbaarheid
- Het woord leerkracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leerkracht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.