koningin
Nederlands
Woordafbreking
- ko·nin·gin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koningin | koninginnen |
verkleinwoord | koninginnetje | koninginnetjes |
Zelfstandig naamwoord
koningin v
- (regering) (adel) het vrouwelijk hoofd van een koninkrijk
- (adel) de vrouw van een koning
- (schaak) het schaakstuk dat zich in alle richtingen mag bewegen
Synoniemen
- [1] vorstin
Hyponiemen
- bijenkoningin, hartenkoningin, hemelkoningin, ijskoningin, lingeriekoningin, schoonheidskoningin, wijnkoningin
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1.
|
|
Gangbaarheid
- Het woord koningin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koningin' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.