knoflook
![](../I/m/Garlic.jpg)
Knoflook.
Nederlands
Woordafbreking
- knof·look
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kruiderij’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Samenstelling van knof ("kloof", afgeleid van klieven) en look [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knoflook | - |
verkleinwoord | knoflookje | knoflookjes |
Zelfstandig naamwoord
knoflook m en o
- (plantkunde), (kookkunst), (voeding) Allium sativum
, een bolgewas dat familie is van ui en bieslook
- En mengsel uit de middeleeuwen bestaande uit wijn, knoflook en maagzuur kan mogelijk helpen tegen de moderne MRSA-bacterie [3]
Afgeleide begrippen
- knoflookbieslook, knoflookboter, knoflookliaan, knoflookpad, knoflookpers, knoflookpitje, knoflooksaus, knoflookworst, knoflookzout
Vertalingen
1. Allium sativa, een bolgewas dat familie is van ui en bieslook
Gangbaarheid
- Het woord knoflook staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'knoflook' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.