ui

uien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ui    (hulp, bestand)
    • (Noord-Nederland): /œʏ̯/, /ʌʏ̯/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /œː/
Woordafbreking
  • ui
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bolgewas’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1488 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ui uien
verkleinwoord uitje uitjes

Zelfstandig naamwoord

ui m

  1. (plantkunde) (voeding) Allium cepa , een eetbaar bolgewas
    • Uien kan men ook in hun geheel verwerken: gevulde uien zijn een lekker warm voorgerecht of passen bij gebraden vlees. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord ui uie

Zelfstandig naamwoord

ui

  1. ui


Lets

Tussenwerpsel

ui

  1. oei (bij een naar gevoel)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.