kerst

Kerstboom

Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Verkorting van Kerstmis
Woordafbreking
  • kerst
enkelvoud meervoud
naamwoord kerst kersten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kerst v/m

  1. de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
    • Ze bracht de kerst alleen door. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kerst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Nedersaksisch

Woordafbreking
  • kerst

Zelfstandig naamwoord

kerst

  1. (religie) kerst; de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag


Veluws

Woordafbreking
  • kerst

Zelfstandig naamwoord

kerst

  1. (religie) kerst; de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.