kerstdag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kerstdag    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈkɛrs.dɑχ/, /kɛrs.ˈdɑχ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrs.dɑx/, /kɛrs.ˈdɑx/
    • (Limburg): /ˈkɛrz.dɑx/
Woordafbreking
  • kerst·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstdag kerstdagen
verkleinwoord kerstdagje kerstdagjes

Zelfstandig naamwoord

kerstdag m

  1. 25 december, de dag waarop de christenen Christus' geboorte feestelijk herdenken.
    • Wij vinden kerstdag een belangrijke herdenkingsdag. 
  1. één van de kerstfeestdagen.
    • Het is vandaag tweede kerstdag! 
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kerstdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.