kerstkalkoen
![](../I/m/Oven_roasted_brine-soaked_turkey.jpg)
Een geroosterde kerstkalkoen.
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerstkalkoen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈkɛrs.kɑɫ.ˌkun/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrs.kɑɫ.ˌkun/
- (Limburg): /ˈkɛrs.kɑl.ˌkun/
Woordafbreking
- kerst·kal·koen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kerst en kalkoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstkalkoen | kerstkalkoenen |
verkleinwoord | kerstkalkoentje | kerstkalkoentjes |
Zelfstandig naamwoord
kerstkalkoen m
- een kalkoen die men eet tijdens een diner ter gelegenheid van Kerstmis
- We hebben een lekkere, gevulde kerstkalkoen gegeten.
Vertalingen
1. een kalkoen die men een tijdens een diner ter gelegenheid van Kerstmis
Gangbaarheid
- Het woord 'kerstkalkoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.