kerststol
Nederlands
![](../I/m/2016_1221_Kerststol.jpg)
kerststol met amandelspijs en poedersuider
Uitspraak
- Geluid: kerststol (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈkɛr.stɔɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛr.stɔɫ/
- (Limburg): /ˈkɛr.stɔl/
Woordafbreking
- kerst·stol
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘luxe kerstbrood’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- samenstelling van kerst en stol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerststol | kerststollen |
verkleinwoord | kerststolletje | kerststolletjes |
Zelfstandig naamwoord
kerststol m
- (voeding) een speciaal brood gebakken voor de kerst gevuld met noten, vruchten en spijs
- Op kerstavond bakken zij altijd een kerststol.
Vertalingen
1. een speciaal brood gebakken voor de kerst gevuld met noten, vruchten en spijs
Gangbaarheid
- Het woord kerststol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kerststol' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.