invoeren
Nederlands
Woordafbreking
- in·voe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in bw en voeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
invoeren |
voerde in |
ingevoerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
invoeren
- overgankelijk iets nieuws introduceren
- Wordt het niet eens tijd om een nieuwe stijl in te voeren.
- overgankelijk (techniek) invoer verzorgen in een systeem (met name informatie)
- Voer jij deze waarden even in?
Synoniemen
- [1] inleiden
- [2] inbrengen, indoen, importeren
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- herinvoering, invoerbelasting, invoerbepaling, invoerder, invoerheffing, invoering, invoerkeuring, invoerrecht, invoerveld
Vertalingen
1. iets nieuws introduceren
Werkwoord
vervoeging van |
---|
invaren |
invoeren
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van invaren
- ...dat wij invoeren.
- ...dat jullie invoeren.
- ...dat zij invoeren.
- ...dat wij invoeren.
Gangbaarheid
- Het woord invoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'invoeren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.