invoering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·voe·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van invoeren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord invoering invoeringen
verkleinwoord invoerinkje invoerinkjes

Zelfstandig naamwoord

invoering v

  1. het invoeren, implementatie.
    • De invoering van de nieuwe wet stuitte op weerstand in het parlement. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord invoering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.