importar

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /im.poɾˈtaɾ/
Woordafbreking
  • im·por·tar

Werkwoord

importar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
importar
importaba
importado
volledig
  1. onovergankelijk belangrijk zijn
  2. schelen (een verschil maken)
  3. bedragen, uitkomen op, de hoeveelheid hebben van
    • de waarde van deze transactie bedraagt... 
  1. overgankelijk importeren, invoeren
Verwante begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.