hoofdstad
Nederlands
Woordafbreking
- hoofd·stad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofd en stad [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdstad | hoofdsteden |
verkleinwoord | hoofdstadje | hoofdstadjes |
Zelfstandig naamwoord
hoofdstad v/m
- (regering) een belangrijke stad waarvandaan meestal het land, de staat, deelstaat of provincie wordt bestuurd
Verwante begrippen
Hyponiemen
- bondshoofdstad, districtshoofdstad, gebiedshoofdstad, provinciehoofdstad, rijkshoofdstad, wereldhoofdstad
Vertalingen
1. een belangrijke stad waarvandaan het land, de staat, deelstaat of provincie wordt bestuurd
|
|
Gangbaarheid
- Het woord hoofdstad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoofdstad' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.