homofoon
Nederlands
Woordafbreking
- ho·mo·foon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | homofoon | homofonen |
verkleinwoord | homofoontje | homofoontjes |
Zelfstandig naamwoord
homofoon m
- (taalkunde) woord dat hetzelfde wordt uitgesproken als een ander woord, maar een andere betekenis heeft
Bijvoeglijk naamwoord
homofoon
- (muziek) éénstemmig gezang, eventueel met harmonisch begeleidende stemmen
- gelijkluidend
Synoniemen
- monodisch, monotoon
Gangbaarheid
- Het woord homofoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'homofoon' herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.