heteroniem

• Geluid:  heteroniem    (hulp, bestand)

• he·te·ro·niem

• met het voorvoegsel hetero- en met het achtervoegsel -oniem

heteroniem o

1. een verzonnen persoon bedacht door een auteur om te kunnen schrijven in een andere stijl

1. • Onder het heteroniem Marek van der Jagt schreef Grunberg enkele boeken. 

2. (taalkunde) een woord met dezelfde spelling als een ander, maar een andere uitspraak en betekenis

1. • 'File' is een heteroniem, op zijn Engels uitgesproken betekent het wat anders dan op zijn Nederlands uitgesproken. 

2. (taalkunde) synoniem dat in gevoelswaarde (connotatie) of geografische verspreiding afwijkt

1. • Enkele voorbeelden van heteroniemen zijn: knol en ros, verloskundige en vroedvrouw, onderscheid en discriminatie. 

1. • Kalversogen, hemdsknoopkes en vuurwortel zijn gewestelijke heteroniemen van moederkruid. 

• [1] pseudoniem
• [2] homoniem, hyperniem

• [2] bommelwoord, pijpetuitje, grafoniem

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• Het woord heteroniem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.