pseudoniem
Nederlands
Woordafbreking
- pseu·do·niem
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schuilnaam’ voor het eerst aangetroffen in 1837 [1]
- met het voorvoegsel pseudo- met het achtervoegsel -oniem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pseudoniem | pseudoniemen |
verkleinwoord | pseudoniempje | pseudoniempjes |
Zelfstandig naamwoord
pseudoniem o
- een aangenomen naam (misschien gebruikt als men iets publiceert)
- Zijn pseudoniem is ook wel "Handige Harry".
- En pseudoniem wordt gebruikt om als auteur een vorm van anonimiteit te verkrijgen.
Vertalingen
1. een aangenomen naam waaronder men iets publiceert
|
Gangbaarheid
- Het woord pseudoniem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pseudoniem' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.