stampen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stam·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘stoten’ voor het eerst aangetroffen in 1225 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stampen
stampte
gestampt
zwak -t volledig

Werkwoord

stampen

  1. inergatief met kracht de voet op de grond doen belanden
    • Hij stampte van woede. 
  1. overgankelijk iets fijn maken door er een zwaar voorwerp op te laten belanden
    • Zal ik die muisjes stampen? 
  1. inergatief (luchtvaart) Met stampen wordt in de luchtvaart een beweging om de dwars-as aangeduid.
  2. inergatief (scheepvaart) van een schip een knikkende beweging maken in de lengterichting van het schip
    • De storm deed het schip stampen en slingeren. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

stampen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stamp

Gangbaarheid

  • Het woord stampen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.