stampen
Nederlands
Woordafbreking
- stam·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stampen |
stampte |
gestampt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
stampen
- inergatief met kracht de voet op de grond doen belanden
- Hij stampte van woede.
- overgankelijk iets fijn maken door er een zwaar voorwerp op te laten belanden
- Zal ik die muisjes stampen?
- inergatief (luchtvaart) Met stampen wordt in de luchtvaart een beweging om de dwars-as aangeduid.
- inergatief (scheepvaart) van een schip een knikkende beweging maken in de lengterichting van het schip
- De storm deed het schip stampen en slingeren.
Hyponiemen
- aanstampen, afstampen, fijnstampen, instampen, opstampen, overstampen, uitstampen, vaststampen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
2. iets fijn maken door er een zwaar voorwerp op te laten belanden
Gangbaarheid
- Het woord stampen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stampen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.