heffing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hef·fing
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van heffen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord heffing heffingen
verkleinwoord heffinkje heffinkjes

Zelfstandig naamwoord

heffing v [1]

  1. het vorderen, het heffen
  2. het gevorderd bedrag
  3. (letterkunde) lettergreep die een versaccent draagt
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • aanheffing
  • accijnsheffing
  • afvalheffing
  • afvalstoffenheffing
  • ambtsontheffing
  • areaalheffing
  • ballastheffing
  • bedrijfsvoorheffing
  • belastingheffing
  • bergopheffing
  • bestemmingsheffing
  • brandstoffenheffing
  • brandstofheffing
  • bronheffing
  • btw-heffing
  • co 2 -heffing
Afgeleide begrippen
  • heffingenstelsel, heffingensysteem, heffingpost, heffingsbedrag, heffingsgrondslag, heffingskorting, heffingsrente, heffingsstelsel, heffingstarief, heffingsvers, heffingsvoet, heffingsvoorschrift, heffingsvrij
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord heffing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.