fee
Nederlands
Woordafbreking
- fee
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vrouwelijke sprookjesfiguur’ voor het eerst aangetroffen in 1871 [1]
- [1] [2]
- [2] Herkomst: Hebreeuws en/of Jiddisj[3]
[1] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | fee | feeën |
verkleinwoord | feetje | feetjes |
[2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | fee | fees |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
fee
- v vrouwelijk wezen in sprookjes met bovennatuurlijke krachten
- v/m (Jiddisch-Hebreeuws) zeventiende letter van het alfabet, in gespirantiseerde versie
Afgeleide begrippen
- [1] feeachtig, feeëriek
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord fee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fee' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "fee" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- fee op website: Etymologiebank.nl
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.