rechten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rech·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘rechtbuigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351 [1]
  • In de betekenis van ‘een rechterlijke uitspraak doen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1289 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rechten
rechtte
gerecht
zwak -t volledig

Werkwoord

rechten

  1. je lichaamshouding corrigeren
    • Hij liep naar voren, rechtte zijn schouders en sprak ons toe. 
Hyponiemen

Zelfstandig naamwoord

rechten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord recht
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord rechte
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord rechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.