havenhoofd
De havenhoofden van Darlowo, Polen
Foto: Monika Dydek
Foto: Monika Dydek
Nederlands
Woordafbreking
- ha·ven·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haven en hoofd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | havenhoofd | havenhoofden |
verkleinwoord | havenhoofdje | havenhoofdjes |
Zelfstandig naamwoord
havenhoofd o
- (bouwkunde), (scheepvaart) een golfbreker waarmee rustig water aan de ingang van een haven wordt verkregen
- Aan het einde van dit havenhoofd is een lichtbaken, een zogenaamde 'lichtopstand' geplaatst.
Vertalingen
1. een golfbreker bij een haven
Gangbaarheid
- Het woord havenhoofd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'havenhoofd' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.