kom

Niet te verwarren met: ком

Nederlands

kom
Uitspraak
  • Geluid:  kom    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔm/
Woordafbreking
  • kom
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vaatwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1277 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kom kommen
verkleinwoord kommetje kommetjes

Zelfstandig naamwoord

kom v/m

  1. (huishouden) eetgerei zoals een bord, maar dan dieper
  2. (geologie) ondiepe uitholling in het aardoppervlak
  3. (biologie) gewrichtsholte
  4. (aardrijkskunde) gebied met dichte bebouwing
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
komen

kom

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van komen
    • Ik kom. 
  2. gebiedende wijs van komen
    • Kom! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van komen
    • Kom je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Deens

Woordafbreking
  • kom
Naar frequentie 42

Werkwoord

kom

  1. verleden tijd van komme


Noors

Woordafbreking
  • kom
Naar frequentie 44

Werkwoord

kom

  1. verleden tijd van komme
Afgeleide begrippen
  • kom fram
  • kom frem
  • kom seg ut


Nynorsk

Woordafbreking
  • kom

Werkwoord

kom

  1. verleden tijd van koma

Werkwoord

kom

  1. verleden tijd van kome

Werkwoord

kom

  1. verleden tijd van komma

Werkwoord

kom

  1. verleden tijd van komme
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.