ere

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ere    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ere
enkelvoud meervoud
naamwoord ere eren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ere v [1] [2]

  1. dorsvloer
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

ere

  1. datief van eer, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
  • te zijner ere (harer, mijner etc.)
  • ter ere van
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
eren

ere

  1. aanvoegende wijs van eren
    • Ere wie ere toekomt. 

Gangbaarheid

  • Het woord ere staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Middelnederlands

enkelvoud meervoud
nominatief ereeren
genitief ere(n)eren
datief ere(n)eren
accusatief ereeren

Zelfstandig naamwoord

ere v

  1. eer

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
erar

ere

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van erar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van erar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van erar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.