eredoctor

Nederlands

Anton Dreesman als eredoctor
Uitspraak
Woordafbreking
  • ere·doc·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eredoctor eredoctors<eredoctoren>
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

eredoctor m [1]

  1. een persoon die de doctorstitel uitgereikt krijgt op basis van een verdienste
    • Een van de kanshebbers is de Amerikaan Lewis C. Cantley. Hij ontdekte dat een bepaald stofje, PI-3-kinase, een rol speelt bij de groei van tumoren. De Brit Karl J. Friston, eredoctor aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, zou kunnen winnen voor zijn baanbrekende werk aan hersenscans. [2] 
    • In 2005 kreeg hij de Libris Literatuurprijs voor Specht en Zoon. Otten is eredoctor van de Universiteit van Utrecht. [3] 
    • Sir James Frazer Stoddart, een Britse eredoctor van Universiteit Twente, heeft samen met Nederlander Ben Feringa en Fransman Jean-Pierre Sauvage de Nobelrpijs voor Scheikunde gewonnen. Het trio doet onderzoek naar moleculaire motoren. [4] 
Synoniemen
  • doctor honoris causa
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eredoctor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.