eretitel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ere·ti·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eretitel eretitels
verkleinwoord eretiteltje eretiteltjes

Zelfstandig naamwoord

eretitel m [1]

  1. een niet officiële maar wel veel eer gevende titel
    • Michiel de Ruyter kreeg de eretitel Bestevaêr. 
    • Willem Drees kreeg de eretitel Vadertje Drees omdat hij zo goed voor de bejaarden had gezorgd. 
  1. een officiële titel
    • Minister van Staat is de bekendste eretitel in Nederland 

Gangbaarheid

  • Het woord eretitel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.