erepoort
Nederlands
![](../I/m/Laren_NH_Sint_Jansprocessie_erepoort_34.jpg)
erepoort
Woordafbreking
- ere·poort
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eer zn en poort zn met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erepoort | erepoorten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
erepoort v/m [1]
- een poort die ter ere van een persoon of gebeurtenis is opgericht
- Ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum van koningin Wilhelmina werd in 1923 in Vriezenveen uitbundig feest gevierd. De lange Dorpsstraat was helemaal versierd en er werden overal erepoorten opgericht. [2]
- Burgemeester Wowereit van Berlijn geeft een deel van de uitleg. Wowereit had de koningin eerder onder de Brandenburger Tor, de erepoort in het centrum van Berlijn, zullen begroeten. Vanwege de regen en de wind ziet de koningin er –begrijpelijk– van af. [3]
Gangbaarheid
- Het woord erepoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'erepoort' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 03-10-06 Tweede prijs voor een fraaie erepoort
- Reformatorisch Dagblad 14-04-2011 Koningin exporteert op hoog niveau
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.