eiland

Niet te verwarren met: Eiland
Een eiland.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eiland    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛilɑnt/
Woordafbreking
  • ei·land
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Fries, in de betekenis van ‘land omgeven door water’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • samenstelling van  ei   en  land   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord eiland eilanden
verkleinwoord eilandje eilandjes

Zelfstandig naamwoord

eiland o

  1. (aardrijkskunde) een stuk land dat omringd is door water
    • Ik ga graag op vakantie naar een onbewoond eiland. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eiland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord eiland eilande

Zelfstandig naamwoord

eiland

  1. eiland
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.