atol
Nederlands
Woordafbreking
- atol
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Maledivisch, in de betekenis van ‘koraaleiland’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1849 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | atol | atollen |
verkleinwoord | atolletje | atolletjes |
Zelfstandig naamwoord
atol v/m en o
- De schipbreukelingen spoelden aan op het afgelegen atol.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord atol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'atol' herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.