dreun

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dreun    (hulp, bestand)
  • IPA: /drøn/
Woordafbreking
  • dreun
enkelvoud meervoud
naamwoord dreun dreunen
verkleinwoord dreuntje dreuntjes

Zelfstandig naamwoord

dreun m

  1. een luid laag geluid
    • Er klonk een dreun toen het gevaarte omviel. 
  1. een harde klap
    • Hij verkocht hem een harde dreun. 
Synoniemen

[2] aai baffer hengst houw klap knal lel mep opdoffer opdonder opduvel oplawaai oplazer opsodemieter opstopper optater peut poeier ram slag stomp watjekouw

Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
dreunen

dreun

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dreunen
    • Ik dreun. 
  2. gebiedende wijs van dreunen
    • Dreun! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dreunen
    • Dreun je? 

Gangbaarheid

  • Het woord dreun staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.