opduvel
Nederlands
Woordafbreking
- op·du·vel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en duvel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opduvel | opduvels |
verkleinwoord | opduveltje | opduveltjes |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opduvelen |
opduvel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opduvelen
- ... dat ik opduvel.
Gangbaarheid
- Het woord opduvel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opduvel' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.