doop

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doop dopen
verkleinwoord doopje doopjes

Zelfstandig naamwoord

doop m

  1. een rituele handeling waarbij door besprenkeling of onderdompeling iemand tot een geloof wordt toegelaten en eventuele zonden afgewassen worden
    • Er werden drie dopen uitgevoerd. 
  1. feestelijke inwijding bij het voor het eerst ondergaan
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord doop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
dopen

doop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dopen
    • Ik doop. 
  2. gebiedende wijs van dopen
    • Doop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dopen
    • Doop je? 

Verwijzingen


Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

doop

  1. doopsel
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.