doopjurk

• Geluid:  doopjurk    (hulp, bestand)

• doop·jurk

• samenstelling van  doop zn  en  jurk zn 

doopjurk v/m [1]

1. (kleding) (religie) jurk waarin een baby gekleed is tijdens de doopplechtigheid

1. • Vergeet ook niet naar de doopjurken te kijken in de sacristie: de bejaarde Brugse Georgette breide zo’n prachtexemplaar, dat ze keer op keer aan jonge ouders heeft uitgeleend. Georgette was in haar jonge jaren al sterk bijziend en kon geen patronen lezen. Ze leerde alles van haar moeder en breide de desbetreffende jurk met liefst zeven breinaalden tegelijk.[2] 

1. • Nicolas, die flink in tranen was, droeg voor zijn doop dezelfde jurk als zijn anderhalf jaar oude zus Leonore vorig jaar droeg voor haar doop. De doopjurk is al jaren in de Zweedse Koninklijke familie. Ook prinses Madeleine en haar broer en zus droegen het gewaad toen zij werden gedoopt.[3] 

• Het woord doopjurk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doopjurk' herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.