boson

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·son
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boson bosonen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

boson o

  1. (natuurkunde) een deeltje met een heeltallige spin
    • In tegenstelling met fermionen kunnen meerdere bosonen dezelfde toestand met identieke kwantumgetallen bezetten. 
Antoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boson staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
16 %van de Nederlanders;
18 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɔzɔn/
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels.

Zelfstandig naamwoord

boson m onbezield

  1. (natuurkunde) boson; een deeltje met een heeltallige spin.
Verbuiging
Antoniemen
Typische woordcombinaties
  • boson W m onbezield
  • boson Z m onbezield
  • Higgsův boson m onbezield
Verwante begrippen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.