boeken
Nederlands
Woordafbreking
- boe·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
boeken |
boekte |
geboekt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
boeken
- overgankelijk reserveren van bijvoorbeeld een hotelkamer
- We hebben drie kamers met zicht op zee geboekt.
- verwerken in een boekhouding
- De boekhouder boekte alle posten nauwgezet in de administratie.
- behalen van een gewenst doel (succes boeken, een overwinning boeken)
- Bedrijven boeken succes in gevecht om emissierechten.[1]
Uitdrukkingen en gezegden
- succes boeken
Hyponiemen
- aanboeken, afboeken, bijboeken, inboeken, omboeken, overboeken, terugboeken, uitboeken, verboeken
Afgeleide begrippen
- boekerij, boekhouden, boeking, boekjaar, boekschuld, boekstaven, boekvorm, boekwaarde, boekwinst
Vertalingen
1. reserveren van bijvoorbeeld een hotelkamer
|
Gangbaarheid
- Het woord boeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boeken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Joop Meijnen NRC 3 mei 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.