boeken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boeken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbukən/
Woordafbreking
  • boe·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
boeken
boekte
geboekt
zwak -t volledig

Werkwoord

boeken

  1. overgankelijk reserveren van bijvoorbeeld een hotelkamer
    • We hebben drie kamers met zicht op zee geboekt. 
  1. verwerken in een boekhouding
    • De boekhouder boekte alle posten nauwgezet in de administratie. 
  1. behalen van een gewenst doel (succes boeken, een overwinning boeken)
    • Bedrijven boeken succes in gevecht om emissierechten.[1] 
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • succes boeken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

boeken mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boek

Gangbaarheid

  • Het woord boeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Joop Meijnen NRC 3 mei 2016

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.