bieden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van bieden | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bieden | te bieden | ||||||
toekomend | zullen bieden | te zullen bieden | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geboden | te hebben geboden | ||||||
toekomend | geboden zullen hebben | geboden te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
biedend | geboden | ev. bied | mv. verouderd biedt | biede | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | bied | biedt | biedt | biedt | biedt | bieden | bieden | bieden | |
verleden (o.v.t.) | bood | bood | bood | boodt | bood | boden | boden | boden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal bieden | zult/zal bieden | zult/zal bieden | zult bieden | zal bieden | zullen bieden | zullen bieden | zullen bieden | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bieden | zou bieden | zou(dt) bieden | zoudt bieden | zou bieden | zouden bieden | zouden bieden | zouden bieden | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geboden | hebt geboden | hebt/heeft geboden | hebt geboden | heeft geboden | hebben geboden | hebben geboden | hebben geboden | |
verleden (v.v.t.) | had geboden | had geboden | had geboden | hadt geboden | had geboden | hadden geboden | hadden geboden | hadden geboden | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geboden hebben | zal/zult geboden hebben | zult/zal geboden hebben | zult geboden hebben | zal geboden hebben | zullen geboden hebben | zullen geboden hebben | zullen geboden hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geboden hebben | zou geboden hebben | zou/zoudt geboden hebben | zoudt geboden hebben | zou geboden hebben | zouden geboden hebben | zouden geboden hebben | zouden geboden hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm geboden worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt geboden | er is geboden | |||||||
verleden | er werd geboden | er was geboden | |||||||
toekomend | er zal geboden worden | er zal geboden zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou geboden worden | er zou geboden zijn |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.