bood
Nederlands
Woordafbreking
- bood
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bieden |
bood
- enkelvoud verleden tijd van bieden
- Ik bood.
- Jij bood.
- Hij, zij, het bood.
- Ik bood.
Vaste voorzetsels
- bood aan
Gangbaarheid
- Het woord bood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bood' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.