bekleden
Nederlands
Woordafbreking
- be·kle·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bekleden |
bekleedde |
bekleed |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bekleden
- overgankelijk met stof bedekken
- Ze willen graag de stoelen bekleden, omdat het beter staat.
- overgankelijk een ambt vervullen
- Hij bekleedde een belangrijke post.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. met stof bedekken
2. een ambt vervullen
Gangbaarheid
- Het woord bekleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bekleden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.