bekleden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kle·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bekleden
bekleedde
bekleed
zwak -d volledig

Werkwoord

bekleden

  1. overgankelijk met stof bedekken
    • Ze willen graag de stoelen bekleden, omdat het beter staat. 
  1. overgankelijk een ambt vervullen
    • Hij bekleedde een belangrijke post. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bekleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.