chemiseren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • che·mi·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Frans chemiser met het achtervoegsel -eren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
chemiseren
chemiseerde
gechemiseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

chemiseren

  1. bekleden
  2. (kookkunst) de binnenzijde van een vorm met gelei bedekken
    • De invloed van de Franse keuken en Franse taal is nog veel groter. Termen als fricassée, entrecote, tournedos, en langoustine zijn voor altijd in onze restaurants beland. Maar ook Franse verbasteringen zijn onmisbaar in onze keukentaal. Degraiseren, degorgeren, chemiseren, pocheren en trancheren: het Frans is nog steeds heer en meester in de keuken en op de menukaart, van haute cuisine tot bistro.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'chemiseren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Ingmar Vriesema 24 april 2006 NRC
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.